9 december 2016 Lap & Hofmans Advocaten

Geerts uitspraak in minder, minder, minder juridische wartaal!

Vandaag werd na een lang en omvangrijk proces uitspraak gedaan in de strafzaak tegen Geert Wilders. De rechtbank vond dat de ‘minder, minder, minder Marokkanen’-uitspraak niet door de beugel kon. Maar hoe kwam de rechtbank nou eigenlijk tot haar oordeel? Bij velen zal het lezen van de hele uitspraak meer vraagtekens oproepen dan dat het antwoorden oplevert. Ook van de vele nieuwsberichten in de media wordt je niet veel wijzer. Waarom de rechtbank Wilders schuldig acht leest u hier. Maar dan in begrijpelijke taal, ook voor Henk en Ingrid.

Verdenking

Wilders werd ervan verdacht dat hij op twee verschillende momenten een groep mensen wegens hun ras heeft beledigd en dat hij daarmee heeft aangezet tot haat en discriminatie.

Bij het eerste moment ging het om een uitspraak in een interview dat werd uitgezonden in het NOS-journaal. In dit interview zei Wilders toen hij sprak over de mensen op een markt in Den Haag:
‘Voor die mensen doen we het nu. Die stemmen nu op een veiliger en socialer en in ieder geval een stad met minder lasten en als het even kan ook wat minder Marokkanen.’

Het andere moment gaat over de bekendere uitspraak van Wilders waarbij hij in een speech tijdens een verkiezingsbijeenkomst uiteindelijk het volgende zei:
‘En de derde vraag is, en ik mag het eigenlijk niet zeggen, want er wordt aangifte tegen je gedaan, en misschien zijn er zelfs D66 officieren die het in proces aandoen, maar de vrijheid van meningsuiting is een groot goed en we hebben niets gezegd wat niet mag, we hebben niets gezegd wat niet klopt, dus ik vraag aan jullie: Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?
Hierop riep het aanwezige publiek ‘minder, minder, minder’, waarna Wilders zijn speech eindigde met de woorden: ‘nah, dan gaan we dat regelen!’

Belediging in ‘minder, minder, minder’-speech?

De rechtbank moest de vraag beantwoorden of de uitspraken van Wilders gezien moeten worden als een belediging van een groep mensen. Hierbij is het van belang of de inhoud van de uitspraken beledigend is en onder welke omstandigheden de uitspraken gedaan zijn.

De rechtbank vindt de uitlatingen van Wilders in zijn speech beledigend. Wilders verweerde zich onder meer door te zeggen dat enkel sprake was van het stellen van een vraag aan het aanwezige publiek, maar daar ging de rechtbank niet in mee. Hierbij vond de rechtbank het van belang dat getuigen hebben verklaard dat Wilders bij de voorbereiding van deze speech er bewust voor had gekomen om drie vragen te stellen waarop het verwachte antwoord zou zijn: ‘Minder!’ Wilders is ook bewust met de vraag over Marokkanen geëindigd. De getuigen gaven aan dat Wilders in de speech deze zaak zo scherp mogelijk wilde aanzetten en het moest een speech worden die op televisie zou worden uitgezonden.

Verder is gebleken dat het aanwezige publiek vooraf is verzocht om bij de vragen ‘minder, minder, minder’ te schreeuwen. De bewuste uitspraken maakten dus deel uit van een vooraf bedacht en geregisseerd geheel.

Met de uitspraken wordt volgens de rechtbank de Marokkaanse bevolkingsgroep weggezet als minderwaardig en acht deze uitspraken van Wilders dan ook beledigend voor de bevolkingsgroep Marokkanen, vooral omdat de opbouw van de speech en de uitspraken waarmee Wilders eindigt vooraf zijn geregisseerd met het doel om aandacht van de media te krijgen.

Vrijheid van meningsuiting?

Nadat de rechtbank hadgeoordeeld dat de uitspraken beledigend waren, moest zij kijken of de uitspraken van Wilders beschermd werden door het recht op vrije meningsuiting.

Een ieder heeft recht op vrije meningsuiting, maar dit wordt wel beperkt in de wet. De vraag die de rechtbank in dit verband moest beantwoorden was of het beperken van dit recht op vrije meningsuiting noodzakelijk is in een democratische samenleving. Hierbij kijkt de rechtbank weer naar de omstandigheden waaronder de uitlatingen zijn gedaan en de inhoud hiervan. Omdat de uitlatingen zijn gedaan tegen een minderheidsgroep in Nederland en deze groep als minder waardevol wordt weggezet is volgens de rechtbank sprake van een situatie waarin de vrijheid van meningsuiting van een politicus moet worden begrensd.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat Wilders zich met zijn ‘minder, minder, minder’- uitspraken schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging.

Aanzetten tot haat en discriminatie in ‘minder, minder, minder’-speech?

Bij de beantwoording van de vraag of Wilders anderen heeft aangezet tot haat ligt de lat hoger dan bij het aanzetten tot discriminatie. De rechtbank acht het aanzetten tot discriminatie wel bewezen omdat de uitspraken van Wilders de strekking hebben dat een onderscheid te maken tussen Marokkanen en andere bevolkingsgroepen in Nederland. Door de uitspraken van Wilders worden anderen aangespoord tot het uitsluiten van een bepaalde groep mensen, waarmee de gelijkheid van verschillende bevolkingsgroepen wordt aangetast.

Belediging en aanzetten tot discriminatie in interview NOS?

Wat betreft de uitspraken in het interview dat in het NOS-journaal werd uitgezonden, komt de rechtbank tot een ander oordeel. Hierbij vindt de rechtbank het belangrijk dat er bij het doen van de uitspraken geen interactie was met omstanders of publiek. Anders dan de uitspraken in de speech neemt de rechtbank hier aan dat deze uitspraak niet goed is doordacht. Dit blijkt uit verklaringen van getuigen die aangeven dat het gebruik van deze term uit de lucht kwam vallen en dat Wilders na het interview had gevraagd of hij het wel ‘zo kon zeggen’.

Ook acht de rechtbank het van belang dat Wilders zijn uitspraak deed in het interview nadat hij aangesproken werd door een Nederlands vrouw die vertelde dat ze nog anderhalve ton tegoed had aan weduwengeld, gevolgd door: ‘maar dat hebben ze aan de Turken en Marokkanen gegeven.’

Onder deze omstandigheden is de rechtbank dan ook van oordeel dat Wilders in het interview niet de opzet had om mensen met een Marokkaanse afkomst te beledigen of om aan te zetten tot discriminatie.

Straf

De rechtbank heeft ervoor gekozen om Wilders geen straf op te leggen, ondanks dat zij hem wel schuldig vindt aan belediging en aanzetten tot discriminatie in zijn speech. Dit omdat volgens de rechtbank het hoofddoel van dit proces was of Wilders zich schuldig heeft gemaakt aan de strafbare feiten en dat nu gezegd kan worden: je kunt niet met een beroep op de vrijheid van meningsuiting groepen beledigen of aanzetten tot discriminatie en dat geldt ook voor een politicus. De rechtbank acht Wilders genoeg gestraft met de vaststelling dat hij zich als politicus schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging.

Opvallende zaken

Bij het lezen van de uitspraak vallen een aantal dingen op. Zo weegt de rechtbank bij de beoordeling van de uitspraken in de speech mee dat Wilders er blijkbaar voor heeft gekozen om de vraag niet te beperken tot: ‘Willen jullie meer of minder CRIMINELE Marokkanen.’ Dit roept de vraag op of het oordeel van de rechtbank anders zou zijn geweest als hij de vraag wel daartoe had beperkt.

Daarnaast acht de rechtbank het van belang dat de uitspraken in een interactief moment met publiek heeft gedaan en niet in een debat of gesprek met een ander. Hieruit kan worden afgeleid dat in een debat, interview, gesprek in klein gezelschap of zelfs speech zonder reactie van publiek minder snel sprake zal zijn van een belediging bij het gebruik van dergelijke woorden.

Ook het feit dat de uitspraken van Wilders vooraf bedacht en uitgeschreven zijn, waarbij het publiek zelfs de instructie kreeg om bij de vragen van Wilders ‘minder, minder, minder’ te scanderen, vond de rechtbank van groot belang. Indien een uitspraak in een opwelling wordt gedaan, zoals in het NOS-interview, zal minder snel worden geoordeeld dat sprake is van een belediging

Tot slot krijgt Wilders van de rechtbank nog een flink veeg uit de pan. De rechtbank spreekt in haar ergernis uit over de houding van Wilders in dit proces. De rechtbank geeft aan dat Wilders op twitter sprak over een ‘neprechtbank’, dat het vonnis al klaar zou liggen en publiceerde hij foto’s van de rechters met een verwijzing naar de politieke partij D66. De rechtbank wimpelt deze houding van Wilders af met de constatering dat zij van deze uitlatingen over de rechtbank nergens een toelichting of onderbouwing hebben kunnen vinden. Daarnaast vindt de rechtbank het nodig om te vermelden dat zij deze reacties niet vinden passen bij een door het volk verkozen politicus die zelf dus medewetgever is.

Doel bereikt!

Uit deze uitspraak valt dus af te leiden dat ook een politicus niet alles kan zeggen wat hij wil zeggen, ook al verbergt hij zich daarbij achter zijn verkiezingsprogramma. Wel is het van belang wat precies wordt gezegd, onder welke omstandigheden dit gebeurt en wat de bedoeling van de uitspraken is.

Hoewel deze uitspraak op zowel veel voor- als tegenstanders kan rekenen, is wel duidelijk dat Wilders door deze hele procedure veelvuldig in het nieuws is geweest en zijn standpunten heeft kunnen verkondigen. Zijn doel met het doen van die uitspraken heeft Wilders dus bereikt. Nu geen boete is opgelegd, kan zelfs gesproken worden over heel wat gratis publiciteit. Weliswaar is Wilders wel schuldig bevonden en dus veroordeeld, maar of hij daar met al deze aandacht ook maar één seconde minder, minder, minder van zal slapen…??

Lap & Hofmans Advocaten

Hallo, mijn naam is Daan Lap. De websitebouwer van de website Lap en Hofmans. Dit account zal verwijderd worden, wanneer de website live gaat.